Over enten
Waarom enten?
Men kan sneller zeldzame planten vermeerderen. Sommige cristaten kan men enkel behouden en/of vermeerderen als ze ge-ent zijn. Een plant die ziek is aan de wortel of voet kan dikwijls nog gered worden door te enten. Geƫnte planten bloeien vlugger en rijker dan planten op eigen wortel. Een rijkere bloei geeft aanleiding tot meer zaadvorming. De snellere bloei laat beter toe kweekproeven te doen. De generaties volgen korter op elkaar zodat men vlugger resultaat ziet. Sommige planten, zoals bv. enkele chlorophyleloze Gymnocaliciums kan men enkel maar geƫnt overhouden.
Welke soorten enting bestaan er?
De meest voorkomende is de lage enting omdat men hierbij gemakkelijk de storende onderstam kan verbergen. Een hoge enting wordt vooral toegepast voor hangplanten. Voor dunne planten gebruikt men dikwijls een spleetenting. En tenslotte is er ook nog de schuine enting.
Wanneer gaan we enten?
Enten moet beslist gebeuren bij droog weer. Mei en juni zijn de ideale maanden. Een andere belangrijke factor is dat zowel onderstam als entling goed aan de groei moeten zijn.
Hoe ga je te werk?
Hierop ingaan zou deze pagina onnodig lang maken. Hiervoor verwijzen we naar de artikels uit ons vakblad CVK 1989, p.42, 62 en 69. Deze zeer interessante artikelenreeks bevat uitvoerige beschrijvingen met tekeningen over de werkwijze alsook een gedetailleerde lijst van welke onderstammen kunnen gebruikt worden voor welke planten. Een must voor elke liefhebber die zich aan het enten waagt.
Indien dit alles niet duidelijk is, kan je een uitgebreide tekst over enten downloaden'. Je hebt dan veel meer informattie dan je op de pagina waar je nu bent, kan vinden.
Welke onderstammen?
De meest courante onderstammen zijn:
- Harrisia jusbertii: geeft zeer goede bloei van de entling
- Trichocereus spachianus: best geschikt voor hoge enting, cristaten en blijvende enting
- Echinopsis hybriden en Pereskiopsis voor jonge zaailingen
- Trichocereus macrogonus voor grote planten alsook witte Mammillaria's
- Hylocereus is vooral in trek bij de Japanner
Minder gebruikte onderstammen zijn: Trichocereus bridgesii, Myrtillocactus geometrizans, Corryocactus melanotrichus, Trichocereus lamprochlorus, Opuntia robusta, Trichocereus schickendantzii, Trichocereus courantii, Psuedolobivia kermesina, Echinopsis ritteri en Echinopsis frankii. Deze laatste soort is tegenwoordig sterk in opgang.
Waarschuwing
Ent niet om te enten! Geėnte planten zien er dikwijls opgeblazen uit en zijn onnatuurlijk groot, ze lijken in het geheel niet meer op de in de natuur voorkomende planten. Bovendien ontsiert de onderstam ontzettend. Er is niets zo mooi als hard gekweekte planten op eigen wortel!